De wind waait door ontdooide bomen in een stilte
die al voortduurt sinds die vorig jaar is begonnen.
Ik weet vaag hoe je hand aanvoelde, toen je al
onstuimig naar verten joeg. Verre gedachten aan jou
leven op in deze regen die al seizoenen duurt.
Zomer 2019 liepen we hier niet ver vandaan,
in de bergen van Trentino. Je voorspelde dat je
zou emigreren. Het is natuurlijk dat een
zoon het land uit gaat, maar niet dat ons
Italië wordt afgesloten voor een ziekte
waar ik misschien in wegzink als ik niet
om leven in je handen kan knijpen.
Ik hoorde je opgewekte stem even in code geel,
en wacht naast de perzikantracieten krokussen in
de tuin bij dit huis van dikke, witte stenen.
In drieëntwintig jaar heb ik je voorbereid om te
verdwijnen in dat platte, natte land waar we
ooit een bloemenpark zagen in zeldzame warmte.
Ik weet dat je niet als Icarus wegschroeit in dat
gure, oranje voetballand. Alleen, ik wil niet op
de valreep net als jouw Daedalus neervallen.
Zeg me, dat ik je op een dag weer zie, als elk
vaccin werkt, mensen weer zorgeloos rond-
lopen en een omhelzing geen gevaar meer is.
Dit is een update van de eerste versie die in maart 2020 hier verscheen.
