Charmebom barst als beregende
woestijnbloem uit in politiek flikflooien.
Wie wilde er met haar uitgaan in
depressie op de versleten, gele bank?
Gevallen in jonkvrouwenput vocht ze
zich na vaders dood uit zijn ondergang.
Ik zie haar daar binnenkomen, haar
hart bijna rood, vastbesloten tot redden,
zelf ontkomen met haar sprookjesbaby,
als uit de klauwen van een poema.
Ergens staat ze nog in dossiers vermeld
als summum van hoofdprobleemgeval,
er kan gecontroleerd worden of ze haar
kind in de ochtend wel wast en eten geeft.
Zo’n omhooggevallen plaatselijke politica
schijnt vol zegen van Obama en Merkel.
Elke framing maakt een mens beperkt
houdbaar, in te lijsten met uitroeptekens. Men
kan terugvallen tot reptielenbrein, waar
ze een sterker wachtwoord op heeft gezet.
