In wijze armen ontwaar ik lijntjes
rond de zachtste ogen die de
wereld nog niet kent. Eindelijk, nu ik
ik hem al zeker een jaar of wat niet
heb gestalkt onder de wintersterren.
Een vroege Orion aan de hemel opgelost
tussen beren en elanden, verdwenen zodra je
beweegt onder voorjaarsblauw zonder
vliegtuigstrepen. Voor altijd zwerven in
november, het enige moment dat de winter
in Nederland net zo stil is als Scandinavië.
Het huis tussen oud hooi van late herfst
is verwaaid, compleet met krappe plee omdat
er zo nodig een wasmachine in moet.
O, ik danste graag stiekem om half 3,
gewekt door flakkerende haard.
Ik schreeuwde het uit onder de bomen,
wat niet gaf, omdat er geen schotse hoog-
lander woont. Die is tot personage
geworden op ontbrekende hoogvlakte,
waar je nooit bent, nooit in het nu.
