Vorig jaar, onbereikbaar, klapten rozen als ik fietste.
Hoe gezond voelde het in de zon die scheen over de
rode bloemen. Mijn moeder is absoluut niet bang,
wellicht omdat ze zich al lang voorbereidt op het einde.
Gevaar van omhelzing ijzingwekkender dan ademnood.
Ze verzamelt haar foto’s, wil ze veilig back-uppen
en bewaren, zoals de fragiele vrouw op zichzelf past.
Mag niet naar haar toe met mijn hoest die longblaasjes
zo doet kriebelen en haar de adem zal benemen.
April 2019 de zweem van enige warmte met die
kille koude wind. Een klaproos is het verlangen van de
bodem dat elk beetje nattigheid opzuigt in vrede.
Zij praat, afgesloten voor mijn kuchje in haar
quarantainekamer, over ‘45 alsof het gisteren is.
