De eerste merels fluiten kruiden moed in langs de rivier,
een zweem van schoon. Als je niet verder ruikt, gaat het nog,
tot je de snelweg hoort en ineens die gele
kentekenplaat met grote haast langs je schiet.
Je stopt achter het rokend stuk blik voor rood licht.
Een fietser hijgt zonder waarschuwingsbel in
je nek. De volgende lichting onbelaste CO2 met
benzeen en virus gaat stug op zoek naar de
onzichtbaar verziekte cellen van je longblaasjes.
Na deze corona-inhalering denk je alvast
in de lichtste versnelling aan een groen stemlokaal.
Worden onze sociaalkleurige potloden volgend jaar
uitgewist door een premier, succesvol na intelligente
afsluitingen, of door alternatiefrechtse bulldozers?
