Rust

Rode ogen wit voorhoofd tussen veren

smienten zie je van ver door een scherm

koolmezen bungelen ondersteboven 

aan bomen die nog vol en geel zijn.

 

Langs de grintweg pikken meerkoeten

in het gras, ze wikkelen kalm hun witte

voeten af. Je schrijft niet meer over

 

een pad vol dode visschubben

die op zwarte bladeren lijken in de

eindeloze winter die voor altijd

zal zuren, als een superspreader.

 

Ruimte in je spieren die zo licht fietsen

als omikron uit de lente is weggevloeid

en Twitter stopt met kwetteren –

 

Surrealistische polder met bomen in augustus bij zonsondergang

Reacties zijn gesloten.